Nu in uitvoering: Landschappelijke inpassing diverse zonneparken Low Carbon

PROJECT

Landschappelijke inpassing diverse zonneparken Low Carbon

Opdrachtgever

Low Carbon/LC Energy

Doel

Landschappelijk inpassen zonneparken en verhogen biodiversiteit

Locatie

Diverse locaties in Nederland

Gestart

Oktober 2023

Zonneparken

Landschappelijke inpassing zonneparken

In opdracht van zonnepark-ontwikkelaar Low Carbon verzorgt Buitenmeesters de landschappelijke inpassing voor maar liefst 9 zonenparken!

Buitenmeesters neemt de regie en ontzorgt de opdrachtgever van a tot z: van het uitwerken van het landschapsontwerp tot een gericht uitvoeringsplan en van de complete aanleg tot het beheer in de jaren daarna.

Belangrijk hierbij is dat wij onze kennis en expertise inzetten om de maximale natuurwaarden uit het plan te halen en het plan te laten slagen zoals het bedoeld is. Onze aanpak gaat verder dan alleen het gevraagde, we streven ernaar om echte meerwaarde te bieden op het gebied van ecologie en duurzaamheid.

‘Bij alle keuzes maken we een afweging hoe we de biodiversiteit nog verder kunnen verhogen of hoe we duurzamer te werk kunnen gaan door bijvoorbeeld de inzet van elektrisch materieel. Een belangrijke ontwikkeling waar we ons graag voor inzetten. Het is dan ook gaaf om te zien dat dit ook werkelijk zo tot uitvoering komt!’

Hiermee ontzorgen wij onze opdrachtgever van begin tot eind en zorgen wij dat de doelstellingen behaald worden, niet alleen op papier maar ook daadwerkelijk buiten maken we op deze manier het verschil!

Momenteel zijn we aan het werk op 9 zonneparken in Nederland:

  • Zonnepark Stegenhoek in Haaksbergen
  • Zonnepark Wijkerbroek Oos
  • Zonnepark Wijkerbroek West
  • Zonnepark Wijkerbroek West testveld
  • Zonnepark Ter Apel
  • Zonnepark Mariahoop in Susteren
  • Zonnepark Werkhoven in Bunnik
  • Zonnepark Keppelseweg in Langerak
  • Zonnepark Havebos in Silvolde

Waar zijn we nu?

Fase 1 Natuurtechnische grondwerken

Bij enkele parken wordt de ecologische waarde van de bestaande watergangen verbeterd. Waar deze strakke sloten eerst nog dienst deden als afwatering om het perceel droog te houden vervullen deze straks een belangrijke ecologische functie voor amfibieën en tal van libellen en overige insecten.

Natuurvriendelijke oevers langs beken, rivieren en meren dienen als overgangsgebieden tussen water en land. Een variatie van natte en droge oevers bieden een belangrijke ecologische meerwaarde aan de biodiversiteit in het gebied. In tegenstelling tot veel reguliere oevers, die vaak steil aflopen, hebben deze natuurvriendelijke oevers een flauwe helling. Aan de flauwe zijde van de oevers ontstaat een zachtere overgang welke gunstig is voor diverse vis-, amfibie- en insectensoorten.

De oevers worden op natuur technische wijze ontgraven, dat wil zeggen dat de bodem hier met kleine onderlinge hoogteverschillen ontgraven wordt waardoor microreliëf aan de oppervlakte ontstaat. Hierdoor ontstaat een grote variatie aan beplantingssoorten, vanaf de waterlijn tot aan het kruidenrijke grasland.

De vissen en kleine waterinsecten vinden een veilige schuilplaats tussen de planten op de ondiepe oevers. Dit is vooral belangrijk tijdens het paarseizoen en het opgroeien van hun jongen. Deze waterdieren spelen een essentiële rol in het natuurlijke watermilieu en dragen bij aan de algehele waterkwaliteit. Door deze interactie ontstaat een positieve samenstelling van het ecosysteem, wat gunstig is voor de diversiteit aan planten- en diersoorten.

Fase 2 Beplanting

Voor een groot deel van de parken staat de beplanting centraal bij de landschappelijke inpassing. Met deze beplantingen wordt het zonnepark ingepast in het landschap, éénmaal volgroeit ontneemt dit het zicht op het park. Door gebruik te maken van streekeigen en voor een deel zelfs autochtoon bosplantsoen, wordt in de behoefte voorzien van de lokale biodiversiteit.

Inheemse planten zijn soorten die van nature voorkomen in dit gebied en het beste passen bij deze omstandigheden van deze bodem en waterhuishouding. Dit draagt bij aan de leesbaarheid van het landschapstype en is het meest waardevol voor de biodiversiteit die hoort bij dit gebied. Autochtoon wil zeggen dat de stekken van een moederplant zijn met Nederlands DNA. Deze bloeien bijvoorbeeld in periodes waar onze insecten het meest bij gebaad zijn omdat dit op dat moment het hardst nodig is voor bijvoorbeeld nectar voor specifieke soorten. Bij dezelfde wetenschappelijke soorten uit een ander land kan het zijn dat ze net 2 weken later bloeien bijvoorbeeld. Deze autochtone soorten voldoen nog beter in de wensen van de lokale fauna.

Op de zonneparken samen worden ruim 200 stuks bomen aangeplant in de vorm van solitaire bomen, bomenrijen en fruitbomen. Hoofdzakelijk zijn dit inheemse soorten met een enkele uitheemse fruitboom om de diversiteit in voedsel te vergroten.

De solitaire bomen mogen uitgroeien tot volwaardige grote bomen met hoge ecologische waarden. De bomenrijen van bijvoorbeeld knotwilgen vormen naast een belangrijke ecologische functie ook een sterk karakter voor het gebied. De fruitbomen dragen bij aan een diversiteit van voedsel in een gebied en betrokkenheid van de buurt.

In totaal worden ook nog eens bijna 30.000 bomen en heesters in de vorm van inheems bosplantsoen geplant. Hiervan is zelfs ca. 20% autochtoon! Deze bomen en heesters groeien uit tot robuuste groenstructuren zoals houtsingels en landschappelijke hagen. Deze robuuste structuren zogen ervoor dat het park beter geïntegreerd wordt in het natuurlijke landschap. Ze ontnemen niet alleen een groot deel van het zicht op de panelen maar vormen ook belangrijke ecologische verbindingen in het gebied. Ze bieden voedsel, nestgelegenheid, beschutting en vormen ecologische verbindingsroutes voor tal van soorten in het gebied.

Fase 3: Kruidenrijk grasland

Zonneparken beslaan vaak meerdere hectares. Een flink oppervlakte waar veel verbeterkansen liggen voor de natuur. Op de 9 zonneparken samen wordt maar liefst 70 kilo inheemse kruiden gezaaid, goed voor een totaaloppervlakte van 140.000 m2 kruidenrijk grasland! Daarnaast wordt nog ruim 235.000 m2 ingezaaid met een klavermengsel, 10.000 m2 met luzerne en blijft er nog een deel beschikbaar voor spontane ontkieming.

Al met al een flinke verbetering voor de natuur op een groot oppervlakte. De combinatie van rijk bloeiende kruiden, diverse bloeiende en besdragende heesters en de aanwezige volwassen bomen in het gebied wordt een zeer interessante bos-mantel-zoom situatie gecreëerd. waarin belangrijke biotopen worden gevormd. Dit gradiënt zorgt bijvoorbeeld voor zowel beschutting als voedselvoorziening waarmee belangrijke biotopen en leefgebieden worden gevormd voor vele soorten!

Fase 4: Ontwikkel- en instandhoudingsbeheer

Om ervoor te zorgen dat de landschappelijke elementen slagen zoals ze bedoeld zijn is beheer en onderhoud nodig. Het bosplantsoen wordt begeleid in het uitgroeien tot volwaardige houtsingels en landschappelijke hagen. Het kruidenrijk grasland krijgt een passend beheer om de kruidenrijkdom te verhogen. Het beheer en onderhoud kan worden opgesplitst in twee fasen. De eerste fase is het ontwikkelingsbeheer, dat plaatsvindt gedurende de eerste 3 tot 4 jaar na aanplant. De tweede fase is het instandhoudingsbeheer, dat zich afspeelt in de jaren na het ontwikkelingsbeheer.

Tijdens het ontwikkelingsbeheer wordt bijvoorbeeld water gegeven in tijden van droogte. Ook wordt de vegetatie tussen het jonge bosplantsoen gemaaid om ongewenste concurrentie tegen te gaan. En na 3 jaar worden boompalen en gietranden verwijderd zodat deze niet in de natuur komen te zwerven. In de jaren daarna zijn deze maatregelen niet meer nodig.

Bij het instandhoudingsbeheer worden houtsingels bijvoorbeeld eens per 5 tot 7 jaar afgezet zodat deze niet te hoog worden en schaduw op de panelen geven. Na het afzetten kunnen de planten weer jong uitlopen en worden minder snelgroeiende soorten niet weggeconcurreerd. Dit doen we gefaseerd zodat niet ineens een volledige houtsingel als leefgebied verdwijnt. Het beheer wordt nauwlettend in de gaten gehouden door jaarlijkse monitoring en vastleggen van de verrichte werkzaamheden in een digitale omgeving waar onze opdrachtgevers dit live kunnen volgen. Zo ondersteunen we de landschapselementen tot de beoogde kwaliteit en functie, wat resulteert in een optimale ecologische waarde en natuurlijke uitstraling.

 

Vragen over dit project?

Neem contact op met onze projectleider Jelle ter Braak
Telefoon: 06 20 85 38 81