Buitenmeesters draagt bij aan wetenschappelijk onderzoek voor biodiversiteit op zonneparken!

PROJECT

EcoCertified onderzoek maaibeheer en biodiversiteit op zonnevelden

Opdrachtgever

Universiteit Wageningen

Doel

Bijdragen wetenschappelijk onderzoek

Locatie

Zonneparken op diverse locaties

Gestart

Najaar 2022

 

Maaibeheer op zonnevelden

Buitenmeesters draagt bij aan wetenschappelijk onderzoek voor biodiversiteit op zonneparken

 

‘’ Zonneparken zijn aan de orde van de dag en maken inmiddels deel uit van ons landschap. In de gedragscode van Holland Solar is afgesproken dat de ontwikkelaars van zonneparken hun parken zo inrichten dat deze een meerwaarde hebben voor biodiversiteit en geen schade toebrengen aan de bodem ‘’

Zonneparken zijn nodig om te voorzien in de toenemende vraag naar duurzame energie, maar er zijn nog veel vragen over de waarde voor natuur. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en met de ontwikkeling van het EcoCertified Solar Label, werken Wageningen Universiteit & Research, TNO, NL Greenlabel, Eelerwoude, en diverse zonnepark-ontwikkelaars aangesloten bij Holland Solar samen om te komen tot snelle realisatie van zonneparken met meerwaarde voor biodiversiteit en voor kwaliteit van de bodem. Hiertoe wordt o.a. onderzocht hoe vegetatiebeheer hieraan kan bijdragen.

Wat betekent het label EcoCertified Solar Parks voor vegetatiebeheer?

Het label biedt een meetbare erkenning van de inzet van beheerders voor duurzaamheid en het milieu. Een EcoCertified zonnepark garandeert dat het beheer in dat zonnepark zodanig uitgevoerd wordt dat een meerwaarde voor de biodiversiteit tot stand komt. Op deze websites van Consortium Zon in Land en van de WUR wordt het Label verder toegelicht.

De rol van Buitenmeesters

Een belangrijk onderdeel van zonneparken is de vegetatie onder en tussen de panelen. Beheer hiervan is noodzakelijk om de vegetatie onder controle te houden. Hiermee wordt voorkomen dat er schaduwwerking op de panelen ontstaat en dat houtige gewassen tot ontwikkeling komen. Tegelijkertijd geeft juist een goed beheer van die vegetatie ook de mogelijkheid om de natuurwaarde van een zonnepark aanzienlijk te vergroten.
Buitenmeesters is in dit verband gevraagd om de maaiwerkzaamheden uit te voeren op meerdere bij het onderzoek betrokken zonneparken. Dit zijn zonneparken met diverse soorten bodems en met diverse paneelopstellingen. Op elk van deze zonneparken zijn onderzoeksvelden uitgezet. Deze onderzoeksvelden zijn 1 hectare groot per beheermethode. Hierbinnen onderzoekt de WUR de ontwikkeling van bodemleven en koolstofopslag van de bodem, van kruidenvegetaties, insecten en overige fauna in relatie tot het type beheer dat gevoerd wordt. Voor dit onderzoek worden 4 beheermethodes toegepast:

1.Maaien en laten liggen maaisel
Klepelmaaien is een efficiënte en goedkope manier van vegetatiebeheer en wordt daarom vaak toegepast, niet alleen op zonneparken maar ook in het openbaar groen. Maar deze methode draagt vrijwel zeker weinig bij aan het versterken van de biodiversiteit Deze beheermaatregel wordt als controle meegenomen, ter vergelijking met mogelijke verbeteringen, en wordt op vaste momenten 2 maal per jaar uitgevoerd.

2.Maaien en afvoeren maaisel
Maaien en afvoeren van het maaisel zorgt voor verschraling van de bodem. Daardoor krijgen kruiden meer kans om zich te ontwikkelen ten opzichte van de dominante grassen die vaak goed gedijen op rijkere grond. Het wegnemen van het maaisel zorgt bovendien voor meer licht en lucht op de bodem waardoor andere planten dan gras kans krijgen om te ontkiemen. Wat is het effect van dit beheer op de ontwikkeling van een bloemrijke vegetatie in een zonnepark? En op welke bodems heeft dit wel effect en op welke bodems heeft het geen zin? Deze beheermethode wordt op vaste momenten 2 maal per jaar uitgevoerd.

 

3.Gericht maaien en afvoeren maaisel
Gericht maaien en afvoeren houdt meer rekening met de lokaal aanwezige vegetatie en verschilt van ‘Maaien en afvoeren’ in frequentie en uitvoeringsperiode. Is de biodiversiteit erbij gebaat dat er vaker of juist minder vaak gemaaid wordt? Wat is de invloed van het moment van maaien in verhouding tot het type vegetatie dat er staat? Deze beheermethode wordt afhankelijk van de bestaande vegetatie 2 of 3 keer per jaar uitgevoerd, waarbij de exacte momenten van die maaibeurten kunnen variëren.

 

4.Begrazing d.m.v. drukbegrazing met kempische heideschapen
Een andere veelgebruikte methode van vegetatiebeheer op zonneparken is de inzet van schapenbegrazing. Door drukbegrazing toe te passen blijft de vegetatie onder controle. Drukbegrazing schept bovendien de omstandigheden dat kruiden tot ontwikkeling kunnen komen in het veld. Daarvoor worden heideschapen ingezet, die naar verluidt niet alleen het sappige gras eten maar ook de wat taaiere kruiden, zeker wanneer daarbij drukbegrazing in plaats van permanente begrazing wordt toegepast. Dit in tegenstelling tot de schapenrassen die op zonneparken het meest gebruikt worden. Wat zijn de verschillen in de ontwikkeling van de kruidenrijkdom en insectensamenstelling ten opzichte van maaien? En welke invloed heeft de begrazingsmethode op de bodemkwaliteit? Onze collega’s van ‘Van Driel Solar Grazing’ zijn gespecialiseerd in schapenbegrazing en verzorgen de werkzaamheden voor dit onderzoek.

We mogen deze werkzaamheden uitvoeren voor LC Energy, Eneco, Vattenfall, Groenleven, Novar, GreenIPP en TP Solar. Het beheeronderzoek loopt tot najaar 2024. Daarna analyseert de WUR met Eelerwoude en TNO wat de bijdrage is van de verschillende beheervormen voor de biodiversiteit in de parken, en hoe dit tot uiting komt in het label EcoCertified Solar Parks. Ook de inzetbaarheid van de verschillende beheervormen wordt daarin meegenomen. Daarbij zijn zowel financiële overwegingen (kosten en meerwaarde voor natuur) als praktische overwegingen van belang. Praktische overwegingen zijn bijvoorbeeld de mogelijkheden om te maaien tussen en onder de panelen, en de typen maaimachines die ingezet kunnen worden.

Ook een zonnepark dat ecologisch beheert moet worden en benieuwd naar de mogelijkheden? We stellen graag samen een plan op!

 

Vragen over dit project?

Neem contact op met onze projectleider Guus Kolkman
Telefoon: 06 19 30 67 55